Boom
De argan (Argania spinosa L., Fam. Sapotaceae) is een wilde boom afkomstig uit het zuidwesten van Marokko, aan de grens met de Sahara, en is ook aanwezig in de halfwoestijnachtige kalkrijke gebieden van de regio Tindouf in Algerije.
Hij kan 8 m hoog worden, heeft kleine langwerpige bladeren en gele bloemen. De vrucht is groen tot geel van kleur en zo groot als een walnoot. Als het begint te rijpen, begin juni, worden de vruchten verzameld om de olie uit hun zaden te halen.
Argan groeit in gebieden met een hoogte van minder dan 800 m en met een droog klimaat, dat dankzij zijn diepe wortels goed bestand is. In tijden van grote droogte verliest hij zijn bladeren om overmatige transpiratie te voorkomen en herstelt hij deze bij de eerste regenbuien.
Olie
Argan, bekend als woestijngoud, is een hoogwaardige eetbare olie met een nootachtige smaak. Het wordt beschouwd als de heilige graal onder de oliën voor huid en haar, omdat het niet te zwaar en niet te licht is, gemakkelijk absorbeert en zeer vochtinbrengend is.
Het heeft ook antibacteriële en fungicide eigenschappen, waardoor bacteriële en schimmelinfecties van de huid worden behandeld en voorkomen.
Ongeveer 99% van de arganolie bestaat uit oliezuur en linolzuur, en de resterende 1% bevat vitamine E, carotenoïden, sterolen en polyfenolen.
Marokkaanse vrouwen gebruiken arganolie al lang om hun huid te beschermen tegen schade door de zon, omdat de antioxiderende werking in arganolie de huid beschermt tegen schade door vrije radicalen veroorzaakt door de zon, en de algehele gezondheid van de huid versterkt en verbetert.